
Hoe werkt licht? Hoe werk je met licht en schaduw? Wat kan licht doen met een tekening? ‘Zomaar’ wat vragen die opkomen als je creatief aan de slag gaat. De werking van licht en donker zijn erg belangrijk als je diepte wilt creëren in je tekening of als je natuurgetrouw wilt tekenen. Deze blog brengt je hopelijk wat licht in de duisternis 😉

Wat is licht?
Licht is elektromagnetische straling die waarneembaar is met het blote (menselijke) oog. Dit zichtbare licht bestaat uit golflengten die tussen infrarood licht en ultraviolet licht vallen. Onze belangrijkste lichtbron is natuurlijk de zon. Wetenschapper Isaac Newton ontdekte dat zonlicht bestaat uit een regenboog van kleuren: het prisma-experiment. Ditzelfde effect zie je ook in de lucht als er een regenboog verschijnt: als zonlicht door regendruppels schijnt, dan wordt het licht gebroken en weerkaatst. Hierdoor worden de kleuren apart zichtbaar: een regenboog. Meer lezen over kleur en kleurgebruik? Lees dan deze blog.
Hoe werken licht en schaduw?
Waar licht de vorm van een voorwerp laat zien, laat schaduw de diepte zien. Er zijn verschillende soorten schaduwen: eigen schaduw, slagschaduw en halfschaduw/transitieschaduw.
- De eigen schaduw is de schaduw die valt op het deel van een voorwerp/gezicht dat niet belicht is. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende standen van de maan.
- Slagschaduw is de schaduw die op een andere ondergrond valt door het object dat wordt belicht. Denk bijvoorbeeld aan je eigen schaduw op een zonnige dag.
- Halfschaduw/transitieschaduw is de schaduw die tussen de donkerste schaduw (ook wel kernschaduw genoemd) en het licht valt. Er zijn dus meerdere gradaties in schaduw.
Naast verschillende soorten schaduw zijn er ook verschillende soorten licht: reflectielicht en hooglicht (highlight).
- Reflectielicht is het licht dat reflecteert vanaf een oppervlak waarop een voorwerp ligt. Dit licht reflecteert op het voorwerp waardoor het op dat punt wat lichter wordt.
- Het hooglicht (highlight) is de plek van een voorwerp waarop het meeste licht valt, het meest lichte onderdeel dus.
Probeer bij de mok hieronder voor jezelf te bedenken welke schaduw en welk licht bij welk gedeelte hoort.

Om te onthouden: een lichtbron die ver weg staat, zorgt voor een langere schaduw. Een lichtbron die hoog staat (denk aan de zon om 12 uur), werpt een kortere schaduw.
Leren van anderen: hoe werken andere kunstenaars met licht?
Werken met licht en schaduw is niet gemakkelijk. Naast de tips en uitleg die ik je hier geef, kun je ook kijken naar andere kunstenaars en hoe zij omgaan met licht en schaduw. Door te kijken naar hun schilderijen en tekeningen kun je beter ontdekken waar ze gebruik maken van welke soort schaduw en licht en hoe ze daarmee spelen. Als je naar hun schilderijen kijkt, probeer dan te bepalen waar het licht vandaan komt. Hoeveel lichtbronnen gebruiken ze? Uit hoeveel kleuren bestaan de highlights en de schaduwen (vaak meer dan je denkt!)? Welke kleuren worden er gebruikt? Door te kijken naar anderen, leer je zelf erg veel. Ik vind Rembrandt een markant voorbeeld als het gaan om licht en schaduw.
Rembrandt van Rijn leerde te schilderen door goed te kijken naar de alledaagse dingen. Hierdoor heeft hij leren werken met licht en schaduw en wist hij dit tot in de puntjes te beheersen. Er zijn tegenwoordig zelfs gespecialiseerde fotografen die het licht van Rembrandt proberen na te bootsen in hun foto’s. Twee voorbeelden van schilderijen met een sterke licht- en schaduwwerking van Rembrandt kun je hier vinden: een zelfportret en een schilderij van een lezende vrouw. Beide schilderijen zijn in het echt te bewonderen in het Rijksmuseum, maar via de links kun je ze ook downloaden en tot in detail bekijken.
Meer tips om te werken met licht en diepte te creëren
Hieronder geef ik je nog een aantal tips zodat je beter en gemakkelijker met licht kunt gaan werken.
- Als je begint met je tekening/schilderij: kies eerst een punt waar het licht vandaan komt. Markeer dit desnoods op je canvas of papier, of plaats een spot of lichtbron in die hoek. Bedenk ook: geeft mijn (fictieve) lichtbron korte of lange schaduwen? Hoe fel wil ik de lichtbron hebben? Door dit voor te bereiden, is het tijdens het tekenen makkelijker om te werken met kleur en schaduw/licht.
- Werk eens op zwart papier met een wit potlood. Meestal teken je op een witte ondergrond en ben je gewend om met een donkere kleur schaduwen te maken. Door eens niet te focussen op wat er donker moet zijn, maar juist licht, leer je naar de oplichtende delen van een voorwerp/gezicht te kijken. Hierdoor kun je op een andere manier kijken naar licht en donker en het gebruik van licht en schaduw in je eigen creaties.
- Een inkoppertje: goed kijken! Observeer hetgeen dat je tekent. Hoe valt het licht? Waar valt het meeste licht en waar niet? Is het overal even licht of donker, of zijn er overgangen? Welke kleuren zie je in het licht en in het donker? Komt er licht van één kant, of meerdere? Stel jezelf deze vragen om beter te leren kijken en het daardoor gemakkelijker voor jezelf te maken om realistisch te tekenen of schilderen.
- Werk met verschillende lichtbronnen om zelf te oefenen met licht, donker en schaduw. Gebruik bijvoorbeeld een (draadloze) spot, zaklamp, licht van je telefoon of een bureaulamp om duidelijk te kunnen zien wat deze verschillende lichtbronnen doen met hetgeen dat je op papier wilt krijgen. Niet alleen de hoek van de lichtbron is van belang, maar ook de afstand tot je papier/canvas/voorwerp, de lichtsterkte van de bron (fel of gedimd) en de kleurtemperatuur (geel, blauw of groen licht) zijn belangrijk om bij stil te staan.
Ik hoop dat je iets hebt aan al deze tips en dat je weer lekker aan de slag kunt! Heb je het licht gezien na het lezen van deze blog? Plaats dan een reactie hieronder. Dat vind ik leuk! 😉
Bronnen:
- Giovanni Civardi (2019). De kunst van licht en schaduw tekenen. Kosmos, Utrecht/Antwerpen.
- Rijksmuseum, Rijksstudio voor informatie over Rembrandt plus de twee schilderijen.
0 reacties